26 januari Op naar Dondra naar het Lighthouse.

Goed ontbijt na een nacht dat de buurthondjes ons weer eens wakker gemaakt hebben, om uit te vogelen wie de baas was. Uiteraard de hond die op ons terras kind aan huis is. We gaan met de lokale bus op zoek naar de vuurtoren die we toch willen vinden. De busstop was pal voor een tempel waar een paar olifanten overspronggedrag stonden te vertonen, ketting aan de voorpoten en ketting aan de achterpoten. Ze worden gebruikt om baby’s te kielhalen, driemaal onder de buik door en het kind zal een gelukkiger leven tegemoet gaan. Genoeg van de tempel zijn we op pad gegaan naar de vuurtoren, (wat gebruiken wij een oud woord zeg, lichthuis is toch beter verwoord op dit moment denk ik.) We komen weer in een schitterende baai met de kleine catamarans op het strand en de wat grotere boten voor anker in de baai. Pracht plek. Maar we konden het lichthuis niet op, omdat de havenmeester alles met prikkeldraad had afgesloten. De torenwachter had de 500 roepies van veel klanten in zijn binnenzak gestopt, en de havenmeester vertrouwt nu geen mens meer. Dus dan maar een rondje rond de toren. Deze toren staat op het zuidelijkste punt van Sri Lanka, dus vanuit oost en west zeer goed te zien. Zoals ook de zeereuzen die hier dicht onder de kust langs varen om de producten uit Azië naar de rest van de wereld te vervoeren. Je ziet er met de regelmaat van de klok elke 5 minuten wel een, soms zie je er wel drie of vier die file varen. Met de bus zijn we verder naar Matara gegaan om daar nog de oude resten van het Fort te bekijken. Ook de Gereformeerde kerk bezocht, waar we na wat afdingen de geroosterde cachew noten hebben gekocht van de dames die de kerk schoonhielden. In de Dutchstreet een kop koffie gedronken. De moesson bezorgde ons drijfkleren op de terugreis. Uitlekkend in de bus werden we netjes voor de weg naar ons resort uitgezet. Het was ondertussen ook weer droog geworden. Terug naar Het Freedom Resort. Daar nog een tijdje gezwommen in de zee totdat het wat pijnlijk werd aan mijn jonge heer. Wat er gebeurd is weet ik niet precies, maar ik had wel twee rijtjes tanden in mijn voorhuid staan wat enorm begon te bijten (alweer) door het zoute zeewater. De wonderzalf van A. Vogel deed de pijn verzachten.